Boymask cloth two

Ik was zó goed in het maskeren dat ik zelf niet doorhad dat ik onder een masker leefde. Nou ja, het masker zelf was best onsamenhangend, ik had het als kind gemaakt, het was vooral opgebouwd als tegenreactie op pesterijen. Maar als ik terugkijk zie ik dat er in al die boymask-jaren ook toezeggingen waren van mijn innerlijke beschermengel. Zo kon ik als twintiger heerlijk uitbundig dansen met Babs in de Effenaar of de Danssalon. Ik kan me herinneren dat ik er vaak op lette dat ik niet te vrouwelijk dansde, maar het ook vaak helemaal losliet. En ik herinner me hoe blij ik stiekem was toen mijn academie-vrienden mij in een fluwelen rok stopte, om mee te gaan naar een gothic feest in Utrecht.

De jaren voor mijn ontdekking ging ik steeds meer zoeken naar wie ik was. Er scheelde iets, maar ik wist niet wat. Als ik in de spiegel keek en affirmeerde “Ik hou van jou”, voelde het net niet overtuigend. Ik wilde het geloven, maar het kwam niet binnen. Dat was ook de tijd dat ik ging strandjutten. Ik zocht de stranden af voor afval waarmee ik kunstwerkjes en kleine geluidsmechanieken maakte. Ik besloot dat ik wel oud kon worden als een soort Sil de Strandjutter. Ik liet een baard groeien, ik had toch al een hekel aan dat eindeloze scheren. En na verloop van tijd ging ik zels in de buurt van de zee wonen, om dichterbij mijn zoekwerk te komen. Ik begon in die tijd ook bloemenblouzen te dragen, ik denk dat ik er wel iets voor terugwilde, voor het maken van die nieuwe mannelijke look, iets om mezelf op te fleuren.

Lees verder in Unmasked (and Serenity)

Het doek Boymask cloth two bestond uit 21*6 frames, alleen gefotografeerd van de voorzijde van de stof. Handgeweven op 8 schachten met 8/2 katoen. Aantal beelden 126.

Scroll to Top